Dramaqueen

Pepijn stoot zich ‘s ochtends, na het stiftincident, aan zijn grote teen en brult: ‘mamaaaa, ik heb een bloeding’.
Er volgen uiteraard veel tranen maar ook zinnen als: ‘ik kan niet naar school want ik bloed, ik moet ook krukken hebben want ik kan niet lopen, ik kan geen schoenen aandoen want dat doet pijn.’
De rest van de dag geen woord over de teen.
Tot het badmoment zich aandient.
‘Ik kan wel tegen pijn, maar niet tegen bloed. Ik kan niet in bad want ik bloed.’ Nu, na een namiddag ravotten in de tuin en in de ‘Roze Broeken’, is een bad noodzakelijk. Papa kan hem na veel vieren en vijven overtuigen toch in bad te blijven zitten, weliswaar de rechtvoet in de lucht en voor de dood niet in het water.

pixelstats trackingpixel

Leave a Reply