Het sprookjesbos, dat blijft dus na al die jaren, nog steeds het hoogtepunt voor de kinderen. Met een paar mooi uitgewerkte nieuwigheden: de sprookjesboom bijvoorbeeld, of het meisje met de zwavelstokjes.
Floris was eigenlijk van alles en nog wat bang, en achteraf gezien vond hij de grote schatkist (de bekleding van de pinautomaat) het leukste. Hij vroeg ook voortdurend waar Piet Piraat was, dus voor hem waren we wellicht in het verkeerde pretpark. Hij ontfutstelde omama ook nog een Pardoespijama, mét cape en zo heeft Floris niet alleen een cape voor elke dag van de week, maar kan hij ook ‘s nachts zijn favoriete kledingsstuk aan.
Pepijn, de held van de familie, wou met mama in de rollercoaster. Over kop dat zag moeder niet zitten, maar die gloednieuwe ‘Joris en de draak’ dat ging nog net. Het ging toch net iets te hard voor hem, want hij brulde halverwege ‘ik ben zooo baanngg’. En toen de rit erop zat, was zijn goesting om nog eens op een rollercoaster te zitten over voor wellicht de komende 5 jaar. En zo zit moeder ook safe.